Als professioneel regisseur is mijn basis altijd het materiaal uit de toneelklassiekers (De Kersentuin van Tsjechov, Macbeth van Shakespeare) of wereldliteratuur (Anna Karenina van Tolstoj, De Vliegende Hollander naar de befaamde sage). Uit dit materiaal wordt een thema gekozen. Deze thematiek wordt uitvoerig besproken met de acteurs, individueel als ook in de gezamenlijke groep spelers, dit omdat persoonlijke ervaringen en associaties van de spelers altijd het uitgangspunt tot de ingang van hun spel zijn. Ik gebruik een monumentale beeldtaal en meeslepende emoties die in eerste instantie wellicht mijlenver van de geijkte belevingswereld van de jonge acteurs lijken te staan, maar die gedragen door de persoonlijke inbreng van de spelers en theatrale gelaagdheid van de regie, laten zien dat deze werelden juist heel veel gemeen hebben. De spelers worden aangemoedigd niet te transformeren, maar hun authenticiteit te tonen in naturel spel. Iedere speler kan zo in zijn individuele kracht gaan staan. Belemmeringen en tekortkomingen bestaan niet: jij bent immers volmaakt in je onvolkomenheid. Jij bent uniek! De regie zorgt voor een uiterst theatrale omgeving door decorstukken,tekstflarden muziekfragmenten en kostumering waarin de speler “alleen nog maar zichzelf hoeft te zijn ” om te kunnen floreren.